Het orgel.
Het orgel werd gebouwd in 1916 door A.S.J. Dekker uit Goes voor de Gereformeerde kerk te Houwerzijl. In 1988 werd deze kerk gesloten.
Het orgel werd gedemonteerd en vervolgens gerestaureerd door S. Steendam te Roodeschool.
De windvoorziening werd toen vernieuwd, alsmede de gehele toetsmechaniek. De registerknoppen die in de oude situatie vlak boven het klavier waren aangebracht, kwamen nu boven de lessenaar.
Het groot-octaaf van de Bourdon werd aan de zijkant op een kleine mechanische lade geplaatst; het klein-octaaf werd gecombineerd met het groot-octaaf van de Holpijp.
Nadat het Ulrumer kerkgebouw was gerenoveerd, werd het orgel geplaatst.
In februari 1990 werd het gerestaureerde instrument in gebruik genomen.
De kas.
Deze is van een geheel nieuwe achterwand voorzien, het overige is gerestaureerd en geschilderd in het wit. De labia van de frontpijpen en de ornamenten aan de zijvleugels zijn verguld.
Pijpwerk.
Dispositie ( in ladevolgorde, van het front afgezien ):
Manuaal ( C-f”):
Prestant 8′ C-E binnen, grenen F-cis in het front, rest binnen metaal.
Octaaf 4′ C-B in het front.
Viola di Gamba 8′ C-B transmissie Holpijp 8′
Holpijp 8′ C-B grenen, rest metaal
Voix Celeste 8′ vanaf f
Fluit dolce 4′
Octaaf 2′
Bourdon 16′ c-b transmissie Holpijp 8′, grenen
Cornet III van af c. Samenstelling: 2 2/3′ – 2′ – 1 3/5′.
Pendaal ( C – d’)
aangehangen
Nevenregister:
Ventiel ( = mototschakelaar )
Windvoorziening: magazijnbalg.
De klaviatuur bevindt zich aan de linker zijkant.
Bijzonderheden: de Cornet had in de oude situatie geen tertskoor. Bij de laatste restauratie is de samenstelling 4′ – 2 2/3′ – 2′ dan ook gewijzigd in 2 2/3′ – 2′- 1 3/5′.
Door de restauratie heeft er een totale herintonatie plaatsgevonden die de gebreken op dit gebied heeft opgeheven. Zo zijn veel kernsteken verwijderd en waar nodig opsneden verhoogd, zodat het klankbeeld aanzienlijk is verbeterd: het is veel grondtoniger en draagkrachtiger geworden.
Ad majorem Dei gloriam. ( tot meerdere eer van God )
Recente reacties